logo bureau italia mobile logo bureau italia

Klein gebaar?

Het was een koude januari-avond in een Italiaans voetbalstadion. Ik weet niet of ik het een klein of een groot gebaar moet noemen. Maar het maakte indruk. En zette aan het denken.

Applaus voor de tribune
Afgelopen dinsdag zag ik in een mistig Bergamo de lokale voetbaltrots Atalanta nipt verliezen van Juventus. Het was de eerste wedstrijd van de halve finale om de Coppa Italia. Na afloop maakte Marten de Roon nog een rondje over het veld. Nou had de Nederlandse middenvelder die avond al veel kilometers afgelegd, maar deze ronde maakte hij voor het publiek. Applaudiserend bedankte hij de mensen op de tribunes (en niet alleen de curva!). Voor hun aanwezigheid, voor hun toewijding, voor hun steun op deze ijskoude avond (zie de tweet hieronder). Alle andere spelers waren inmiddels al in de catacomben van het oude stadio verdwenen. De Roon doet dit na elke wedstrijd. Want zoals hij zelf zegt: “Zonder publiek, geen voetbal!”. En vaak is hij de enige die dit doet.

Grazie!
Ik vraag me af wat andere spelers er van vinden. En waarom er zo weinig profvoetballers zijn die dit doen. Standaard. Niet alleen bij een overwinning. Niet alleen een opgestoken hand vanaf de middenstip. Niet per se bij een bijzondere wedstrijd. Maar standaard de tribunes afgaan en laten zien dat je de aanwezigheid van al die mensen waardeert. Dat je je bewust bent van hun steun. Hun komst niet als vanzelfsprekend ervaart.

Stilstaan bij anderen
Het zette me aan het denken. Hoe belangrijk het is om af en toe stil te staan bij de mensen om ons heen. Bij hun aanwezigheid, bij hun steun. In ons werk. In het dagelijkse leven. Hoe goed het is om te laten zien dat je dankbaar bent. En dat je dat met een klein gebaar kunt zeggen. Of een enkel woord.

Op 28 februari is terugwedstrijd van deze halve finale. Dat wordt een zware opgave voor Atalanta na het verlies in eigen huis. Maar hoe de wedstrijd ook verloopt, wat de uitslag ook wordt…één ding is zeker: Marten de Roon zal de Atalanta-fans bedanken voor hun komst.