Sport als exportproduct, sport als symbool
Over symbolen en ambassadeurs, over ‘open jongens’ en een direct maar innovatief volkje. Niet alleen Nederlandse topsporters doen het goed in Italië. Ook voor Nederlandse ondernemers valt er goed te werken met Italianen.
Handen uit de mouwen
Op de dag dat de Serie A weer van start gaat in de Gazzetta dello Sport een interview met Marten de Roon. Een voorbeeld van een bijzonder Nederlands ‘exportproduct’: de topsporter. Specifiek: de profvoetballer. Een speler met een verdienstelijke maar niet meteen opvallende carrière, tot elke jaren geleden. Uitstekend op zijn plek bij Atalanta Bergamo, waar zijn mentaliteit en uitstraling die van de stad en de bevolking weerspiegelen: no nonsense en handen uit de mouwen. De Roon beleeft met Atalanta gouden jaren, en de stad Bergamo is trouwens net als de club booming!). Inmiddels is De Roon een Grote Mijnheer in Italië. En dat ben je niet zomaar… Het is – afgezien van goede scouting door de club – helemaal zijn eigen verdienste: hard werken, professionele toewijding. En goed Italiaans leren is daar onderdeel van: een investering in een snelle integratie en uiteindelijk een betere prestatie.
Symbolen en ambassadeurs
De toename van Nederlandse spelers in de Italiaanse competities is ook goed voor Nederland als geheel: sport als symbool. Het effect van Matthijs de Ligt, die Italië verkiest boven andere competities, maakt Italianen trots. Maar het draagt ook bij aan een positief imago van Nederland. De Ligt, De Roon, De Vrij: welbespraakte, open mensen die zich aanpassen en bewust voor Italië hebben gekozen. Symbolen en ambassadeurs voor Nederland.
Slimme, open jongens
Het is geen toeval dat het aantal Nederlandse spelers in de Serie A en B weer toeneemt de laatste jaren. Waarom vallen onze landgenoten meestal goed in de aarde in Italië? Zoals voetballer Bram Nuytinck het in de Volkskrant verwoorde: “Ze zien Nederlanders als open, slimme jongens die zich snel aanpassen”. Nederlanders staan er om bekend dat ze zich snel aanpassen. En ze spreken minstens een beetje Engels naast hun moedertaal, en vaak het Italiaans snel onder de knie krijgen. Het leren van het Italiaans speelt ook een rol in het succes van topsporters als exportproduct. En voetballers zijn niet het enige Nederlandse ‘sport-exportproduct’ dat weer in trek is bij de Italianen. Ook Nederlandse professionele volleyballers, en dan met name de dames, vinden weer volop de weg naar de Italiaanse topcompetitie.
Goede match
En het etiket ‘slimme, open jongens’ plakken Italianen graag op Nederlanders. We staan bekend als volkje dat soms wat direct kan zijn (of zelfs bot), maar over het algemeen open, georganiseerd, innovatief en flexibel is. En dat kan een heel goede match zijn met Italië.
Praktische en strategische hulp
Bureau Italia helpt Nederlandse profvoetballers in Italië. Maar Bureau Italia is er voor élke Nederlandse ondernemer. Voor elk bedrijf, elke organisatie die onderneemt met Italië, of dat van plan is. Praktische of strategische hulp nodig? Neem contact op voor meer informatie.